Gezondheid,  Inspiratie

De dag dat ik stopte met wachten op het perfecte moment

Ze stonden er al maanden onaangeroerd: mijn nieuwe hardloopschoenen. Soms, als ik andere schoenen uit de kast pakte, ving ik een glimp van ze op, alsof ze me subtiel herinnerden aan een deel van mezelf dat ik een tijd was kwijtgeraakt. Niet omdat ik geen zin had maar omdat ik nog aan het herstellen was van mijn burn-out. Dat laatste stukje herstel voelt vaak het kwetsbaarst: je bent er bijna, maar juist daarom ben je zo bang om terug te vallen.

Het excuus dat eigenlijk iets anders verborg

Toen een vriendin vorige week vroeg: “Wanneer gaan we weer hardlopen?” hoorde ik mezelf automatisch antwoorden dat het nog niet kon. De grappige waarheid? Een deel van mij vond dat ik eerst een nieuwe hardloopbroek nodig had. Mijn oude exemplaar zat niet lekker meer, voelde als een herinnering aan een tijd waarin alles nog vanzelfsprekend ging. En ergens leek dat zo’n geruststellend, praktisch excuus: eerst een nieuwe broek, dan kan ik beginnen. Maar onder die praktische reden zat nog iets anders verstopt: onzekerheid. De angst om te merken dat ik het misschien niet meer kon. Dat mijn lichaam nog niet klaar was. Dat mijn hoofd oude signalen zou herkennen.

Tot afgelopen maandag, zonder vooropgezet plan en terwijl het buiten al donker werd, besloot ik het gewoon te doen. Nieuwe broek of niet. Ik trok mijn hardloopschoenen aan, zette hardlopen met Evy aan en stapte naar buiten. De avondlucht was zacht en stil; het soort stilte dat precies goed voelt als je iets spannend vindt. De eerste stappen waren voorzichtig. Mijn benen voelden roestig en mijn adem was zoekende. Maar ik liep. Ineens deed ik iets waarvan ik wekenlang dacht dat het te vroeg zou zijn.

De spierpijn die voelde als leven

Evy’s stem begeleidde me als een rustige coach in mijn oor. “Je doet het goed.” “Nog even volhouden.” “Rustig blijven ademen.” Het was bijna alsof die stem een stukje vertrouwen uitlokte dat ik zelf nog niet durfde te voelen. En toen gebeurde iets wat ik totaal niet had verwacht: het ging goed. Zo goed dat ik, bijna tegen beter weten in, twee lessen achter elkaar deed. Een beslissing die ik vooraf absoluut niet zou hebben durven nemen. Daar liep ik dan, in het donker, met bijna lege straten om me heen. En ergens halverwege voelde ik het: een glimlach. Zo’n echte. Niet eentje omdat het moest, maar eentje die van binnenuit opstijgt en je verrast omdat je hem zo lang niet hebt gevoeld. Die glimlach zei: Je kunt het nog. Meer dan je dacht. De volgende dag voelde ik elk spiertje dat ik bezit. Ik liep voor mijn gevoel als een oude vrouw, mijn benen zwaar en stroef. Maar zelfs die spierpijn had iets moois. Het was geen pijn van stress of overprikkeling. Het was leven. Beweging. Een lichaam dat me vertelde dat ik iets nieuws had geprobeerd of eigenlijk iets ouds had teruggehaald.

In de dagen daarna dacht ik veel na over mijn overtuigingen. Wat ze met ons doen. Waar ze vandaan komen. Ik realiseerde me dat veel overtuigingen niet eens van onszelf zijn. Ze worden geplant. In opmerkingen, in meningen, in kleine zinnetjes die anderen misschien gedachteloos uitspreken, maar die bij ons blijven hangen. “Ik zou dat niet doen.” “Past dat wel bij jou?” “Is dat wel verstandig?” Voor je het weet nestelt zo’n mening in je hoofd, herhaalt het zich in je gedachten en vormt het tot een waarheid. Zonder dat je het doorhebt, draag je een overtuiging die niet van jou is en die jouw keuzes klein houdt. Overtuigingen sluipen niet binnen met een luide aankondiging. Ze komen stiekem binnen, fluisterend, op momenten dat je kwetsbaar bent. En ineens bepaal je je tempo, je energie, je zelfbeeld, aan de hand van iets dat nooit bij jou hoorde. Tijdens het hardlopen besefte ik: ik heb zoveel langer gewacht dan nodig was. Niet omdat ik geen nieuwe hardloopbroek had, maar omdat ik een verhaal geloofde dat me niet verder hielp. Sinds die avond stel ik mezelf twee vragen: Welke overtuiging draag ik mee die eigenlijk niet van mij is? Welke kleine stap kan ik zetten om weer een stukje ruimte terug te nemen?

Kleine stappen, grote ruimte

Misschien begint het laatste stukje herstel van een burn-out, van oude patronen, van beperkende gedachten precies op zo’n moment. Wanneer je, ondanks het donker, toch je schoenen aantrekt. Wanneer je, ondanks de twijfel, één stap zet. Wanneer je jezelf toestaat om te ontdekken wat wel kan, in plaats van te anticiperen op wat niet lukt. Eén stap. Eén ademhaling. Eén kleine overwinning. Soms gevolgd door spierpijn die je eraan herinnert dat je leeft. Maar ook, en misschien nog belangrijker, een glimlach die laat zien dat je onderweg bent terug naar jezelf.

4 Comments

Laat een reactie achter bij MarjoleinReactie annuleren